— Lukretia S. Bressers-Tuinstra —

Problemen in de communicatie

Werkt u met kinderen? Spelen kinderen een belangrijke rol in uw leven? Dan kan het voorkomen, dat u één of meer van deze kenmerken zult herkennen. Kinderen die een minder goede start hebben in het leven, missen een goede basis voor de hechting die ze zo nodig hebben. Teamlid en deskundige Lukretia zet verschillende uittingsvormen om een rijtje.

Deze kinderen hebben moeite met het vertrouwen van eigenlijk iedereen, zowel klasgenootjes als jou, de leerkracht.

Het kan zijn dat patronen van “normaal” gedrag ontbreken, bijvoorbeeld hoe je omgaat met je lijf, met gevoelens, met anderen.

Vaak hebben deze kinderen gebrekkige sociale vaardigheden: ze zijn óf allemansvriendjes óf erg dominant en eisend óf agressief of wantrouwend. Geen goede basis dus voor vriendschappen met andere kinderen.

De gebrekkige sociale vaardigheden ontstaan uit een zwakke sociale intuïtie. De kinderen voelen dus de sociale regels niet aan zoals andere kinderen dat wel doen. “Dat snap je nu toch wel” is een uitspraak die bij deze kinderen niet gaat zorgen voor beter sociaal gedrag.

Deze kinderen willen graag controle over hun omgeving, zodat ze nog een enigszins veilig gevoel hebben.

Kinderen met deze problemen voelen zich vaak waardeloos en hebben het gevoel nergens bij te horen.

Ze hebben nooit ervaren dat je jezelf aan regels kunt houden om een ander een goed gevoel te geven.

Door een gebrek aan lijn in hun leven, hebben ze moeite met structureren. Dit merk je in hun manier van werken, huiswerk maken, enz.

Deze kinderen hebben vaak moeite met het begrip “tijd.”

Er ontstaan vaak specifieke leerproblemen: weinig of geen getalbegrip en/of een slecht woordbeeld.

De leerstof blijft vaak niet hangen.

Ze falen vaak bij het maken van hun taken.

Soms hebben deze kinderen last van “schijndomheid.” In werkelijkheid is dit een uiting van hevige faalangst, passend bij hun ontzettend slechte zelfbeeld.

Kinderen met hechtingsproblemen hebben vaak weinig belangstelling voor leren, ze vertikken het soms om iets te doen aan school. Dat komt omdat ze in het “nu” leven. Als je nu geen zin hebt in die sommen, raffel je ze af. Dat je dan “later” moet verbeteren, komt niet eens in ze op.

De resultaten zullen dus wisselend zijn, afhankelijk van hoe hun pet staat. Dit hebben ze sterker dan andere kinderen.

Deze kinderen leven “op dit moment”, er is weinig verleden of toekomst in beeld. Daardoor leren ze dus ook moeilijk van gemaakte fouten.

Veel energie gaat op aan steeds alert zijn op wat er om hen heen gebeurt. Deze kinderen willen alles in de gaten houden.

Vaak gaat ook veel energie op aan het zich bewijzen in de groep d.m.v. clownesk en stoer gedrag.

Deze kinderen voelen zich snel aangevallen en verongelijkt. “De meester heeft de pik op mij.”

Hoewel de stemming van deze kinderen vaak als “vlak” wordt betiteld, kunnen ze last hebben van voor buitenstaanders plotselinge stemmingswisselingen. Die kunnen worden veroorzaakt door hele kleine gebeurtenissen (in jouw ogen dan). Voor het kind appelleren die gebeurtenissen dan aan het gevoel van onveiligheid. Een plotselinge afwijking in het lesrooster kan bijvoorbeeld zo’n gebeurtenis zijn.

Kinderen met hechtingsproblemen zijn vaak druk en beweeglijk en onrustig.

De aanval is volgens deze kinderen vaak de beste verdediging. En verdediging is in hun ogen vaak nodig.